En dat is vijf…….

Aan het eind van deze competitie bindt Het Witte Paard 2 de strijd aan met twee teams van De Waagtoren. Afgelopen vrijdag ontvingen wij hun 6e, in de laatste ronde gaan wij op bezoek bij het 7e, een jeugdteam.
Op de voortreffelijke website van de Alkmaarders schreef Peter van Diepen op 12 februari in een verslag van De Waagtoren 6 – De Waagtoren 7:

“Aan het begin van het seizoen gingen wij nog voor het kampioenschap, maar het is duidelijk dat we dit nu moeten overlaten aan dit aanstormende jeugdteam! Jongens, wat zijn jullie goed geworden. Het gaat jullie ongetwijfeld lukken om ook het Witte Paard 2 te verpletteren. Het zesde zal in ieder geval nog wat voorwerk verrichten.”
Om dit ‘voorwerk’ van wat extra vuurwerk te voorzien schetste ik in mijn welkomstwoord een scenario waarin De Waagtoren 6 toch nog kampioen zou worden: nu even winnen van Het Witte Paard 2 en in de laatste ronde met fikse cijfers van Castricum 3. Als dan De Waagtoren 7 – Het Witte Paard 2 in 3-3 zou eindigen...........
Het zal er niet van komen. Na de 6e ronde, waarin De Waagtoren 7 vrij was, gaat Het Witte Paard 2 aan kop in de 3e klasse E, met 10 uit 5, een matchpunt voorsprong op voornoemd team. Maar de gasten boden na een matige start toch flink weerwerk.
De eerste uitslag kwam na ongeveer een uur spelen tot stand aan bord 5, waar Hans’ tegenstander er geen heil in zag om te pogen het eindspel met een dubbelpion meer en verder alleen dames en torens tot winst te voeren.
Korte tijd later scoorde Jaap aan bord 3 het volle punt. Nadat hij met pionwinst de aanvankelijk gesloten stelling had opengebroken nam hij met succes de witte koning onder vuur.
Het werd 2½-½ door mijn zege aan bord 2. Juist toen ik een vervelende zet verwachtte, waarop ik diverse, alle min of meer onbevredigende, antwoorden overwoog, verzwakte mijn tegenstander zijn koningsstelling en meteen daarop overzag hij een vernietigend schaak.
Geen vuiltje aan de lucht zou je dus denken. Temeer niet na remise van Piet aan bord 4. Hij kwam in de knel tegen een agressieve zwartspeler. Deze won een kwaliteit maar dat kostte hem wel het initiatief. Nadat de kwaliteit was teruggegeven werd in tweede instantie het remiseaanbod aanvaard.
We hadden nu in elk geval een gelijkspel op zak, maar het was niet denkbeeldig dat het daarbij ook zou blijven.
Leendert (bord 6) stond heel goed maar overspeelde zijn hand toen hij dacht via een schijnoffer, met dame en toren op de 7e rij, aan de 100% bondsscore van zijn tegenstander een eind te maken. Er klopte helaas iets niet en dat betekende stukverlies en na doorspelen tegen beter weten in ook partijverlies.
Alle aandacht was daarna gevestigd op bord 1, waar het er eerst ook zorgelijk uitzag. Maar André wist zich uit zijn benarde positie te bevrijden en zou remise kunnen maken. Zijn tegenstander negeerde het desbetreffende aanbod, ging de zaak forceren en alsnog de boot in. 4-2.
Op 7 april gaan we gewaarschuwd de strijd aan met De Waagtoren 7. Een 3-3 is genoeg voor het kampioenschap.

Het Witte Paard 2 (1733) – De Waagtoren 6 (1543)
André Meester (1858) - Afshin Mehnavian (1652) 1-0
Jan Rot (1771) - Gerrit Peereboom (1537) 1-0
Jaap de Berg 1807) - Peter van Diepen (1591) 1-0
Piet Zegers (1749) - Arend Noordam (1424) ½-½
Hans van Heems (1515) – (1565) Theo de Bruijn ½-½
Leendert Saarloos (1697) – (1489) Arie Boots 0-1