Geen hoofdprijs voor Witte Paard in NHSB Beker

Het is alweer tien jaar geleden dat wij voor het laatst de grote finale van de NHSB Beker haalden. Als bekerhouder werden wij toen verslagen door Kijk Uit. Sindsdien heb ik er nog een aantal malen bij mogen zijn (vorig seizoen nog met Krommenie) maar telkens bleek de tegenstander in de ochtendwedstrijd een te groot obstakel.

Ditmaal moest het tegen De Uil (Hillegom) gebeuren en alhoewel er de nodige moeite aan te pas was gekomen om een viertal op de been te brengen lagen er kansen. Zeker toen Robin's thematische breekactie met b5-b4 een niet meer af te stoppen vrije c-pion opleverde. Maar aan de eerste 3 borden hadden wij inmiddels het initiatief aan de tegenstander moeten overlaten. In mijn eigen partij moest ik mijn torens voor de verdediging van de damevleugel inzetten zodat er niet veel zaken gedaan konden worden met het ruimteoverwicht aan de andere kant van het bord. Christiaan was zoals gewoonlijk weer erg ambitieus met zijn Hollandse opstelling en had de nodige schepen achter zich verbrand. En Jan Brink had zich vast wat anders voorgesteld bij de breekzet a4. Zwart sloeg en Jan zag zijn pion voorlopig niet terug. Uiteindelijk lukte het hem nog om in het eindspel een remiseweg te vinden en datzelfde was mij in een afwikkeling naar een dameeindspel gegeven maar Christiaan's stelling bleek helaas niet meer te repareren.

De Uil - Het Witte Paard   2 - 2

(Ad Reijneveld 2043 - Chris de Saegher 2126  ½ - ½, Wim Hensbergen 2030 - Christiaan Molenaar 2066        1 - 0, Jan Havenaar 2005 - Jan Brink 1942  ½ - ½, Jan de Jong 1879 - Robin Mandersloot 1751  0 - 1)

En zo restte wederom de 'strijd' om de derde plaats waarvan ik bij de prijsuitreiking dacht dat wij die altijd gewonnen hadden maar bij nader inzien zijn we in 2015 zelfs een keertje vierde geworden na een 2 - 2 'nederlaag' tegen De Waagtoren. Ditmaal viel de enige nul aan het derde bord waar Jan Brink toch maar had plaats genomen toen er geen tweede invaller voorhanden bleek. Twee lange partijen kort achter elkaar is voor onze nestor toch iets te veel gevraagd. Rob van Praag had er een lange reis voor over gehad om een nuttig halfje aan bord 4 te scoren (na ruil van de Weense f-pion op e5 waar doorschuiven met f4-f5 wellicht de druk op de ketel had gehouden) waarna Christiaan de noodzakelijke tegentreffer aan een hoger bord liet noteren. Ikzelf was inmiddels langs de rand van de afgrond gegaan (het incasseren van een pion na een niet optimale witte openingsbehandeling had zeker niet gepaard hoeven gaan met tot megahoeveelheid aangezwelde witte stukkenactiviteit) maar kon ten koste van een kwaliteit mijn koningsstelling intact houden. En aangezien ik  nog wat extra pionnetjes had verzameld leek het verliesgevaar afgewend. Sterker nog, de open witte koningsstelling maakte op zeker moment een winnende paardsprong mogelijk nadat wit een zetherhaling uit de weg was gegaan.

Het Witte Paard - Heerhugowaard  2½ - 1½

(Chris de Saegher 2126 - Dennis Keetman 1983  1 - 0, Christiaan Molenaar 2066 - Rob Spaans 1847  1 - 0,      Jan Brink 1942 - Johan Wester 1875  0 - 1, Rob van Praag 1656 - Kasper v/d Meulen 1821  ½ - ½)