Bizar

Het zou toch niet moeilijk worden. Het baarde zelfs geen zorgen dat Leendert ontbrak. De uitwedstrijd in de voorlaatste ronde van ons 2e achttal, medekoploper in 3F, tegen éénpunter Excelsior 2 kon niet anders dan gewonnen worden.
Maar het scheelde weinig of we waren in het regenachtige Heemskerk zowaar tegen een nederlaag aangelopen. Zelden, misschien wel nooit, heb ik een zo bizarre schaakavond beleefd. Er werden aan onze kant drie dames in de aanbieding gedaan. Een duidelijke vorm van grensoverschrijdend (wan)gedrag.

Het begon al snel. Hans verspeelde in een koningsgambiet – waarvan hij na afloop liet zien toch aardig op de hoogte te zijn – al op de 9e zet door een moment van schaakblindheid zijn dame. Hij raakte die aan en moest daarmee toen in een penning gaan staan. Hij kreeg er slechts een loper voor terug. Voor 10 zetten ben ik niet helemaal naar Heemskerk gekomen, dacht Hans kennelijk en rekte de partij nog zo’n anderhalf uur, tot zet 45.

Toen waren Piet en Bob ook al klaar met hun partij.

Eerstgenoemde stond na 20 zetten met zwart wel prettig: dame en loper gericht op de witte koningsstelling, twee torens op de halfopen e-lijn. Na een onvoorzichtige koningszet had Piet al even later met 24……, Pg5 in plaats van 24….., Df5 groot voordeel kunnen behalen. Zoals het ging bleef daarvan na dameruil weinig over. Opnieuw een onzorgvuldige zet – oorzaak borrel en bier? – kwam Piet te hulp. Hij incasseerde een pion en toen daar nog een kwaliteit aan werd toegevoegd hield wit het voor gezien.

Bob, die dankzij een paar vrije dagen kon invallen aan bord 5, waar anders zijn vader zou hebben gezeten, posteerde vier pionnen op de vierde rij, ondersteund door paarden en lopers. Het leverde hem flinke druk op de zwarte stelling op. Maar ondanks lang nadenken kwam hij niet veel verder. Zijn bezetting van de open d-lijn zag er wel dreigend uit maar was dat niet echt en ook het witte paard op d6 kon geen potten breken. Op de 35e zet dacht Bob eindelijk op de d-lijn te kunnen toeslaan, hij pakte een toren maar overzag een paardvork die zijn dame kostte. Dat was de tweede van de avond. Bob zag geen heil in verder spelen.

De enige partij waarin weinig schokkends gebeurde was die van Jan. Hij koos met wit voor een rustige opzet. Op de 20e zet werd zijn geduld beloond. Zwart bezorgde zichzelf een kwetsbare c-pion, verdedigde die niet optimaal en leverde hem tenslotte in. De witte pionnenmeerderheid op de damevleugel garandeerde in het uiteindelijk ontstane lopereindspel de winst.

André speelde een prima partij, aldus zijn eigen toelichting. Na een rustige opening, waarin al gauw drie lichte stukken werden geruild, kon hij prettig gaan drukken op een zwarte pion op c6. Het leverde hem een vrije b-pluspion op en toen zwart die terugveroverde bleef er op de koningsvleugel een drie-tegen-drie-pionneneindspel over. André sloeg een remiseaanbod af en bereikte een gewonnen stelling: wit Kh6, pi f4 en h4; zwart Ke7, pi f7 en h5. Maar……… 52 Kg5?? Onbegrijpelijk. Gewoon 52 Kxh5 wint. Nu werd het alsnog remise: 52 ….., Ke6 53 Kxh5, Kf5 54 Kh6 Kxf4 55 h5 Kg4

Tenslotte zorgde bij de stand 2½-2½ de partij van Jaap voor sensatie. Lange tijd Probeerde hij tevergeefs zijn tegenstander tot een misstap te verleiden. En toen hoorde ik hem plotseling terloops zeggen: “Ik heb mijn dame weggegeven.” Dat was dus driemaal is scheepsrecht. Door een penning verloor hij het kostbare stuk, en ook nog een pion, tegen een toren. Na de 57e zet van Jaap (zwart) ontstond deze stelling: wit Kg2, Db7, Ta7, Lb1, pi c7, e4, f2, g4, h3; zwart Kg6, Tc1, Tg7, Le6, pi e5, f4, f6, h7.Fritz laat hier, te beginnen met 58 c8D wit mat geven in 12 zetten.

Maar het ging als volgt, mede door zenuwen van de witspeler, die nog ongeveer 2 minuten bedenktijd op zijn klok zag: 58 Db6, Lc8 59 Ld3, h5 60 Lb5 hxg4 61 Le8+, Kh7 62 Dxf6??, gxh3+ 63 Kf3, Lg4 mat.

Wat een apotheose, 2½-3½!

Jaap stond na dit enerverende slot niet meteen met beide benen op de grond, dat wil zeggen, het kostte enige moeite om de parkeerplek van zijn auto te vinden. En daarna stond hij bij een afslag ook nog op de verkeerde rijstrook. Maar we kwamen heelhuids aan bij Guisveld en ik kon mijn regenpak aantrekken voor de terugfietsrit naar Wormer. Ook ik was kennelijk nog met mijn hoofd bij de doorstane emoties, want bijna thuis ontdekte ik dat ik mijn huissleutels op een bank voor de ingang van het verpleeghuis had laten liggen. Meteen weerom naar Rooswijk en – niet zo verwonderlijk gezien het nachtelijk uur – ze lagen er nog. Al met al tegen half 2 weer thuis, slechts een half uurtje eerder dan na mijn uitstapje naar Nieuw-Vennep twee weken geleden (zie ‘’Vooruitgespeeld’).

Excelsior 2 – Het Witte Paard 2 2½-3½

Henk Kos (1560) – André Meester (1888) ½-½
Henny van Essen (1522) – Jaap de Berg (1801) 0-1
Jan Pastor (??) – Jan Rot (1769) 0-1
Peter Klok (1450) – Piet Zegers (1653) 0-1
Jan Verhoeven (1332) – Bob de Wit (1513) 1-0
Ruud van Hoof (1286) – Hans van Heems (1527) 1-0

En nu maar afwachten wat HWP Haarlem 7 volgende week doet, thuis tegen Kennemer Combinatie 6. Als ze winnen komen ze net als wij op 10 matchpunten. In de laatste ronde, op 6 april komen ze bij ons op bezoek en valt de beslissing over het kampioenschap.