Opnieuw moeizame start van het 2e

Het is maar goed dat we in de 3e klasse NHSB met zestallen spelen. Voor de eerste (uit-)wedstrijd van ons 2e in Hillegom tegen De Uil 4 lukte het met veel moeite om het team compleet te krijgen. Laat staan dat we met 8 man hadden moeten aantreden. Is streven naar promotie wel zo’n goed idee?

Een pluspunt: bij de onlangs gehouden enquête gaven Robin en Roland aan ook wel op weekavonden te willen spelen. In de nieuwe competitieopzet zouden zij dan, behalve in het 1e op zaterdag (KNSB 4e klasse), ook in ons 2e (NHSB 2e klasse??) kunnen meedoen.
Door verhindering van basisspelers Leendert en Jaap moest ik op zoek naar twee invallers. Mailtjes naar en telefoongesprekken met vooral jeugdleden hadden tenslotte als resultaat dat Hajo en Albert de opengevallen plaatsen innamen.
Een qua rating dus nogal verzwakt team arriveerde in drie delen ruim op tijd in De Bestemming (“’Bereikt”, meldde de tomtom van Piet om 19.40 uur).
Onze tegenstanders kwamen op oorlogssterkte aan de start, dat wil zeggen met de 6 basisspelers, in rating variërend van 1523 tot 1400. Ondanks onze verzwakking nog geen reden tot ongerustheid omtrent de uitslag zou je denken. Mijn idee: gewoon winnen aan bord 1 t/m 3 en dan komt er aan de andere borden vast nog wel minstens een half puntje bij.
Maar evenals in het vorige seizoen, toen we in de eerste wedstrijd ondanks een gemiddeld ratingverschil van 240 punten maar nipt wonnen van Castricum 3, ging het ook nu niet makkelijk.
Na ruim twee uur spelen viel de eerste beslissing, die bovenstaande prognose al meteen onderuithaalde. Piet, naar eigen zeggen niet in optimale conditie, kon met wit aan bord 3 geen voordeel behalen. Na afruil van alle stukken bleven aan beide kanten vier geïsoleerde pionnen over, waarachter de koningen alleen nog maar wat heen en weer konden schuiven.
Het geplande resultaat aan de onderste borden kwam vervolgens wel tot stand, zelfs meer dan dat.
Hajo trok met wit energiek ten strijde. Na tegengestelde rokades – wit lang, zwart kort – liet hij zich niet afschrikken door de tegenover zijn koningsstelling verzamelde zwarte troepen. Aan de andere kant van het bord begon hij zelf aan een opmars die op een gegeven moment twee verbonden vrijpionnen op e6 en f6 te zien gaf. Vervolgens werd de zwarte koning het vrije veld ingejaagd waar hij een roemloos einde vond.
Aan bord 8 kon Albert aanvankelijk redelijk meekomen. Zijn stukken bleken plotseling echter niet al te best opgesteld te staan. Het ene na het andere pionnetje kon door zijn tegenstander worden weggekaapt. Wel liet Albert zelf de zwarte a-pion tot a2 oprukken, maar verder kwam deze helaas niet. Een kansloos eindspel resteerde.
Aan bord 1 en 2 konden André en Jan bogen op ratings van 1881 en 1804, tegen 1487 en 1523 van hun opponenten. Routine hadden deze echter duidelijk wel. De onzen moesten flink zwoegen om tot een positief resultaat te komen. Uiteindelijk lukte dat.
André had wel voortdurend een betere stelling maar beslissend voordeel zat er lange tijd niet in. Toch werd vrij plotseling in het eindspel het punt gescoord toen een ondekbaar mat ontstond.
Jan kwam na een (te) rustige openingsopzet en zettenlang manoeuvreren in een stelling die hem niet echt beviel. Zijn tegenstander hielp toen een handje door een (ook al te) optimistisch kwaliteitsoffer te plegen. Na het consumeren van nog een pion en het beveiligen van zijn koning kon Jan met de opmars van de vrije e-pion wit tot overgave dwingen.
Hiermee was de wedstrijd beslist en restte nog de partij van Hans aan bord 4. Hij stelde zich zoals gebruikelijk met zwart verdedigend op. Wel kwam hij een pion achter maar dat was een geblokkeerde dubbelpion. Zorgelijker was zijn ultraslechte zwarte loper. Toen hij ook nog een zwart ‘paard van Ree’ op het bord toverde kon wit kansrijk met zijn twee lopers acteren. Dat werd Hans uiteindelijk te machtig.

De Uil 4 (1458) – Het Witte Paard 2 (1533) 2½-3½
Anton Warmerdam (1487) – André Meester (1881) 0 – 1
Piet Muller (1523) – Jan Rot (1804) 0 – 1
Gerard Draaisma (1400) – Piet Zegers (1771) ½ - ½
Pim Redeker (1484) – Hans van Heems (1529) 1 – 0
Jan Plomp (1450) – Hajo Bons (1348) 0 – 1
Kick van Rooijen (1409) – Albert de Wit ( 938) 1 – 0