Tweede wint weer, met iets minder moeite.

Optimisme en pessimisme viel te beluisteren in de uitlatingen van Purmerenders, voorafgaand aan de ontmoeting van hun 6e met ons 2e.
“We zitten in stijgende lijn: eerste wedstrijd een half bordpunt, tweede een heel, nu worden het er dus 1½.”
“Het ratingverschil is gemiddeld wel ongeveer 400 punten, dat wordt dus 0-6.”


Na nog geen uur spelen trapte de tegenstander van Jaap in een valletje. Een schijnoffer ruïneerde zijn koningsstelling en hij gaf op.
Het vervolg toonde echter voorlopig nog niet het bekende leien dakje.
Het was half 11 toen André, na veel manoeuvreren en drukken het pleit in zijn voordeel wist te beslechten.
Inmiddels had invaller Hajo met een stuk tegen wat pionnen eerst zijn koning in veiligheid moeten brengen voordat hij tot aanvallende daden kon overgaan. Toen ging het ook snel.
Piet maakte een kwaliteit buit maar liet zich met een vreselijk passieve stelling opzadelen. Dat liep op den duur uit op de eerste volle winstpartij van Purmerend 6.
Na een lange tijd vrij gelijkopgaande strijd wist Leendert een stuk te winnen met een penning. Hij speelde het daarna heel rustig uit.
Zelf had ik, gezien mijn stelling, het dubieuze genoegen om als laatste bezig te zijn. Na diverse keren vergeefs te hebben geprobeerd mijn tegenstander te verschalken kwam ik in een eindspel met loper + 5 pionnen tegen toren met 3 pionnen remise overeen. Aldus kreeg bovengenoemde optimist zijn zin.
Voor ons een bordpunt meer dan vorige keer. Toen 3½, nu 4½, volgende keer 5½ zal een optimist zeggen.

Purmerend 6 (1331?) – Het Witte Paard 2 (1705) 1½ - 4½
Ron Harmsen (1487) – André Meester (1877) 0-1
Frank Reurs (1470) – Piet Zegers (1804) 1-0
Bert Jan Melchers (1326) – Jaap de Berg (1791) 0-1
Gerard Jongen (1267) – Jan Rot (1724) ½-½
Rick Kooij (??) – Leendert Saarloos (1691) 0-1
Peter Kniestedt (1109) – Hajo Bons (1347) 0-1