Archief 2014-2015 (artikelen)

Witte Paard 1 doorstaat ook Krommenieër storm

In stijl het kampioenschap behalen, dat was de uitdaging voor ons vlaggenschip. En dat kon natuurlijk alleen maar door ook tegen het ‘sterrenteam’ uit Zaanstreek-Noord overeind te blijven. En met een gedoseerde portie bloed, zweet en tranen aangevuld met een vleugje geluk gerealiseerd!

Jan Brink liet de eerste uitslag noteren in een partij waar naar eigen zeggen weinig opwindends gebeurde. Normaal komt het in zijn geliefde Alapin tegen het Siciliaans tot de nodige verwikkelingen, ditmaal dus niet. Tegenstander Simon Groot wist al snel het venijn uit de stelling te halen.

Supersub Robin Mandersloot wilde uiteraard zijn 100% score in het eerste vasthouden maar diende daarvoor de beruchte ‘Fort Knox’ variant van het Frans te kraken. In navolging van vele anderen kon hij echter ook geen bres in de verdediging van Peter Alberts slaan waarna de tweede puntendeling een feit was.

Uw verslaggever (CdS) doet in de interne competitie van Krommenie al voor het derde achtereenvolgende seizoen vergeefse pogingen om Cor van Dongen in een reguliere partij beentje te lichten. Dit seizoen werd daar zelfs al tweemaal 1.e4 voor van stal gehaald wat naast kansrijke stellingen echter voorlopig alleen een schamel halfje opleverde. Via 1.d4 kwam nu een aparte versie van het Morra gambiet (!) op het bord waarin ik me wederom de kaas van het brood dreigde te laten eten. In een eindspel van dame/toren/loper versus dame/toren/paard bleek de in het midden geposteerde zwarte koning in combinatie met de zeer actief opgestelde andere stukken een machtige blokkeur van de witte vrijpion op d6. Via wat schijnbewegingen probeerde de witte dame amechtig via de witte velden binnen te dringen en zowaar ontglipte Cor ‘a little faux-pas ‘, zoals Oliver Hardy dit altijd eufemistisch wist uit te drukken. De weg naar d8 was opeens wagenwijd open waarmee we op voorsprong kwamen.

Lang konden we daar niet van genieten want Christiaan was in een typisch Grünfeld eindspel terecht gekomen. Doorgaans zijn die wel in orde voor zwart wegens de meerderheid op de damevleugel maar minstens zo vaak legt de vrije witte d-pion een groter gewicht in de schaal. Zo ook ditmaal, ondersteund door het loperpaar.

Paul kreeg weer eens de kans om een Najdorf omver te kegelen en in tegenstelling tot andere Siciliaanse systemen gebruikt hij daar wel de hoofdvariant voor. Alleen moest hij al vlug dameruil toelaten maar net als in de vorige partij bleek de aanwezigheid van ongelijke lopers de veiligheid van de zwarte koning niet ten goede te komen. Links en rechts pionnetjes snoepend verschaften de witte torens zich uiteindelijk toegang tot het dichtknopen van een matnet.

En dan Alexander voor wie de vooruitgang in de digitale wereld wat betreft schaakklokken achterwege had mogen blijven! Zolang hij geen grote wijzer in de buurt van de 12 ziet denkt hij zelfs genoeg tijd te hebben om zich over de andere partijen te buigen. En dan ook nog eens behoorlijk diep zoals in de analyses altijd blijkt. In zijn eigen partij gebeurde eigenlijk niet zo veel maar kennelijk genoeg om aan beide kanten de laatste seconden te laten ‘wegtikken’. Tegenstander Jan Schol was kennelijk zo verbaasd dat het ditmaal niet zijn eigen bedenktijd betrof dat het nog even op zich liet wachten eer de claim op tijdsoverschrijding werd ingediend.

Dat leek nog even een kantelpunt in de wedstrijd want topscorer Bryan zat al een tijdje tegen een verloren stelling aan te kijken. In plaats van een aangevallen paard op h5 naar f4 te spelen (wat weliswaar pionverlies maar altijd ‘spel’ oplevert) had hij dit in een vlaag van optimisme gewoon ‘en prise’ laten staan. De witte koning moest weliswaar enige tijd in het midden vertoeven maar de compensatie verwaterde uiteindelijk toch en de witte stukken konden steeds actievere posities innemen. Tegenstander André Breedveld had ditmaal minder moeite met het uitdelen van de beslissende klap waarmee Krommenie zelfs virtueel op voorsprong kwam.

Tenminste dat stel ik me zo voor want ik was inmiddels mijn eigen partij aan het analyseren waardoor ik de wijze waarop Jan Rot uiteindelijk het beslissende bordpuntje binnen bracht heb moeten missen (sorry Jan!). Vertrouwen in een goede afloop aan het staartbord had ik echter al gekregen toen ik Jan vanuit toch niet zo fris ogende stelling met een kwaliteit minder de ene na de andere witte pion van het bord zag meppen. Ongetwijfeld zal één van de zwarte boertjes de overkant gehaald hebben?!

Krommenie 1 – Witte Paard 1 4 – 4

(Cor van Dongen 2140 – Chris de Saegher 2189 0 – 1, André Breedveld 2072 – Bryan Wijk 1943 1 – 0, Simon Groot 2004 – Jan Brink 1907 ½ - ½, Alex Koelewijn 1995 – Christiaan Molenaar 1925 1 – 0, Erik Breedveld 1891 – Paul van Haastert 2038 0 – 1, Jan Schol 1762 – Alexander Kretzschmar 1792 1 – 0, Peter Alberts 1760 – Robin Mandersloot 1752 ½ - ½, Anneke Schol 1734 – Jan Rot 1844 0 – 1)