Archief 2011-2012 (artikelen)

Witte Paard 1 pakt eerste matchpunt na enerverende strijd

 

Het zag er naar uit dat dit stukje weer een titel zou meekrijgen in de trant van ‘eerste wederom met lege handen’ maar aan bepaalde borden waren de goden ons nu wat gunstiger gezind.

Jan Brink liet voor de verandering de eerste uitslag noteren:

een vanuit een Siciliaanse Alapin verkregen klein voordeeltje verwaterde na één minder actieve zet waarna alle muziek uit de stelling verdwenen was, remise dus.

Oud-Witte Paarder Wim Luberti heeft nog weinig van zijn schaakkracht ingeboet maar bedient zich nog wel altijd van licht inferieure flanksysteempjes. Met zwart kan dat wel eens tot problemen leiden en als de tegenstander dan nog eens een serie krachtzetten produceert helpt er al snel geen lieve moeder meer aan. Zo kon ondergetekende (CdS) via een klassieke doorbraak in het centrum gecombineerd met twee paarden op de vijandelijke helft een vlot punt laten bijschrijven en daar was hij ook wel weer eens aan toe!

Aan de overige borden zag het er echter op dat moment bepaald niet rooskleurig uit en aan bord 8 kon elk moment de gelijkmaker vallen. Want Alexander had afgezien van de bekende vliegende tijdnood ook nog een op het oog kansloze materiële achterstand van kwaliteit en pion. Tot het moment dat zijn tegenstander zijn paard van d4 wegspeelde. Een voor deze maand toepasselijk geschenk uit de hemel want Alexander wist niet hoe snel hij zijn dame op f2 neer moest planten met mat als gevolg. Het siert de Tal-speler dat hij het hierna nog kon opbrengen om op amicale wijze de partij te analyseren!

Dat betekende dus een 2½-½ voorsprong, reden voor Paul om rond de tijdcontrole het remiseaanbod van zijn tegenstander aan te nemen. Dat leek mij gezien het partijverloop (dameruil en 2 pionnen achter na de opening) ook een meevaller maar de activiteit van zijn stukken schijnt zó groot geweest te zijn dat hij ergens een opgelegde winst heeft gemist. Het resterende dubbeltoreneindspel kende in ieder geval een dynamisch evenwicht.

Christiaan had na de opening niet veel bereikt maar slaagde er in ieder geval in om de negatieve spiraal van ons team in partijen tegen het Frans te doorbreken. Drie van ons hadden daartegen al in het stof moeten bijten (waarbij ik de soepele bekeroverwinning van Jan Roebers tegen Oosten Toren gemakshalve even niet meereken) maar ditmaal bleef het nadeel beperkt tot een houdbaar eindspel van toren + slechte loper tegen toren + paard.

Jan Rot had zijn vertrouwde flankspelletje achterwege gelaten en met de koningspion geopend! In de Draak die op het bord kwam resulteerde dat via een tactische slagenwisseling zoals zo vaak in een eindspel waarbij Jan evenwel een kwaliteit had moeten inboeten. Met daarnaast ook nog eens een pion minder hield hij het nog verbazingwekkend lang vol maar aan de nederlaag viel niet te ontkomen.

Wit of zwart, Jan Roebers komt altijd voor een partij met strijd en had zodoende een vroegtijdig remiseaanbod afgeslagen. Of dat verstandig was is een tweede want hij kwam in een typerend eindspel van loper tegen paard terecht waarin de pionnenmeerderheid van de loperpartij meestal nét iets gevaarlijker is. Zo ook nu en na een beslissende doorbraak werd hij uitgetempeerd.

Nu begon het er op te lijken dat een zelfs 3½-1½ voorsprong ons uiteindelijk helemaal niets zou opleveren!? Want de pionoffers van Tjerk hadden niet het gewenste effect gehad en zijn enige hoop leek te bestaan in een afwikkeling naar een eindspel met ongelijke lopers. Die kwam er echter niet maar het toreneindspel bleek ook nog een uitweg te bieden! In zijn laatste restje bedenktijd wist Tjerk een theoretische remisestelling van K + T versus K + T + g- en h-pion op het bord te toveren!

 

Tal/DCG 1                            -          Witte Paard 1                                  4 – 4

Wim Luberti (2204)            -        Chris de Saegher (2192)              0 – 1

Hans Leeflang (2148)         -        Jan Roebers (2145)                     1 – 0

Ron Klein (2100)                -        Christiaan Molenaar (2009)           ½ - ½

Wim Helmers (2085)          -        Tjerk van Blokland (2005)            ½ - ½

Frans Schoffelmeer (2043) -        Jan Brink (2016)                         ½ - ½

Tjark Vos (2051)               -        Paul van Haastert (2038)              ½ - ½

Johan Lubbers (2000)         -        Jan Rot (1895)                           1 – 0

Chris Vos (1893)               -        Alexander Kretzschmar (-)           0 – 1